Ons volledig aanbod
Geen actieve bestellijst
Geen actieve bestellijst
13 december 2023
Een gevoel van – fysieke en emotionele – veiligheid, onderling vertrouwen, respect, een fijn gevoel en betere prestaties. Als leerkracht ken je de voordelen van een positief klasklimaat en doe je er samen met de leerlingen veel aan om dat te behouden. Je communiceert over afspraken, wijst leerlingen op grenzen en … grijpt in als het te ver gaat. Of niet? Of straffen en belonen een goed idee is, hangt af van heel wat factoren: de leeftijd van de leerlingen, het pedagogische project van de school en de situatie.
Een straf wordt vaak gebruikt als stok achter de deur, om leerlingen te ontmoedigen zich ongewenst te gedragen. Wie een afspraak niet nakomt of een grens overschrijdt, zal daarvan de consequenties moeten dragen. Communiceer je als leerkracht helder over de gevolgen van onacceptabel gedrag, dan kan dat bijdragen aan een veilige en positieve leeromgeving.
Maar voor het tot straffen komt, zorg je er best eerst voor dat de grenzen duidelijk zijn. Wat is voor jou en voor de leerlingen een absolute no go? Stel al aan het begin van het schooljaar duidelijke afspraken op en herhaal deze regelmatig. Zo weten leerlingen wat van hen verwacht wordt en wat echt niet kan. Structuur, stabiliteit en de wetenschap dat wie over de schreef gaat daarvan de gevolgen zal moeten dragen, draagt ook bij tot een veilige sfeer in de klas.
Je kan er bijvoorbeeld voor kiezen om een leerling te straffen voor zijn gedrag als je die straf wil gebruiken als leermoment, en om de leerling te helpen begrijpen dat zijn gedrag niet oké is. Je straft dan om hem aan te moedigen het een volgende keer anders aan te pakken.
Maar voor je beslist om te straffen in de klas, overweeg je best of een andere aanpak niet beter werkt. Denk aan een gesprek met de leerling waarin je focust op gewenst gedrag. Je kan ook samen een plan van aanpak maken om zulke situaties in de toekomst te vermijden. En ook non-verbale signalen zoals oogcontact, lichaamshouding en je stem verheffen, helpen al vaak om grenzen duidelijk te maken.
Leg bij een gesprek of straf altijd uit welk gedrag niet door de beugel kon, wat je verwacht en waarom de leerling gestraft wordt. Maak dat heel concreet, blijf niet vaag. Ook bij kleuters is het belangrijk dat je de tijd neemt om uit te leggen wat er gebeurd is en waarom dat niet kan. Check altijd of de leerling begrepen heeft wat er aan de hand is: Ik zag dat je aan de haren trok van X en dat ze daarom huilde. Dat is niet fijn voor X. We hebben in de klas afgesproken dat we elkaar niet pijn doen. Als X weent omdat je aan haar haren hebt getrokken, heb je je niet aan de afspraak gehouden. Begrijp je dat?
Zorg er ook altijd voor dat je niet richt op de leerling als persoon, maar op het ongewenste gedrag. Vermijd uitspraken als Jij bent een ambetanterik! Of Jij brengt altijd problemen mee! Benoem het gedrag dat verkeerd was: Je hebt Y geduwd op de trap, waardoor die gevallen is en zich pijn deed. Of Je nam gisteren de bal af van Z, weet je nog? Vandaag pak je de bal af van A. Kan je me vertellen waarom je dat deed?
Heel belangrijk is dat een straf altijd in verhouding staat tot het gedrag. Buitenproportioneel straffen, vernederen of ongepast straffen is nooit oké. Zo kan een klassikale terechtwijzing soms al veel impact hebben en is een taakstraf – om bijvoorbeeld de aangerichte schade te herstellen – vaak effectiever dan nablijven of straf schrijven.
Meer dan straffen willen we leerlingen belonen en positief gedrag aanmoedigen en versterken. Soms kan dat al met hele kleine acties, zoals door positieve (klassikale) feedback of een compliment te geven. Dat helpt al om het zelfvertrouwen van leerlingen te vergroten en draagt bij tot een positieve klassfeer. Let er wel voor op dat alle leerlingen een keertje positieve feedback krijgen, zodat het niet voelt alsof steeds dezelfde leerlingen opgehemeld worden. Anders kan het wel eens dat sommige leerlingen zich minder goed gaan voelen en het idee krijgen dat ze onrechtvaardig worden behandeld.
Beoordeel dus zeker niet alleen het eindresultaat en focus ook op de inspanningen die je leerlingen doen om bijvoorbeeld hun gedrag of taalgebruik te verbeteren. Geef hen altijd de kans om te groeien en stimuleer hen daarin. Dat kan door feedback te geven en samen met hen te evalueren welke stappen ze al hebben gezet. Zijn er obstakels die ze moesten overwinnen? Hoe hebben ze dat aangepakt? Wat hebben ze daaruit geleerd? En hoe kunnen ze het de volgende keer anders of nog betere doen?
Beoordeel dus zeker niet alleen het eindresultaat en focus ook op de inspanningen die je leerlingen doen om bijvoorbeeld hun gedrag of taalgebruik te stimuleren. Geef hen altijd de kans om te groeien. Dat kan door feedback te geven en samen met hen te evalueren welke stappen ze al hebben gezet. Zijn er obstakels die ze moesten overwinnen? Hoe hebben ze dat aangepakt? Wat hebben ze daaruit geleerd? En hoe kunnen ze het de volgende keer anders of nog beter doen?
Om dat hele proces te begeleiden, spreek je best met je leerlingen op voorhand ook duidelijke criteria af. Moedig hen aan om elkaar te helpen en te evalueren – op een veilige en niet-persoonsgebonden manier. Zorg daarom altijd voor een veilige en positieve leeromgeving waarin ze durven op te komen voor zichzelf, ideeën durven delen en onderbouwde kritiek te geven. En net zoals bij straffen geldt ook bij beoordelen: benoem het gedrag, beoordeel niet de persoon. Zeg dus niet Jij bent de slimmerik van de klas, maar Wat een slim antwoord heb jij gegeven!
Zowel bij straffen als belonen ligt de focus op (de weg naar) gewenst gedrag. Door complimenten te geven, erkenning te tonen of – bij kleuters, bijvoorbeeld – stempels of rode of groene kaartjes uit te delen, moedig je leerlingen aan om nog meer van dat ‘goede’ gedrag te stellen. Niet alleen individueel, maar ook klassikaal. Leerlingen na een zwaar lesblok even laten lopen op de speelplaats of ze een kwartier een andere activiteit laten kiezen, zal hun motivatie verhogen.
Let er wel voor op: je wil niet dat externe motivatie de enige reden wordt waarom een leerling zich gedraagt. Leerlingen moeten uiteraard ook het belang van hun gedrag begrijpen. Neem daarom regelmatig de tijd om nog eens stil te staan bij de klasafspraken en de reden waarom die er zijn.
Te veel focussen op beloningen kan ook voor een onaangename competitieve sfeer zorgen in de klas. Leerlingen worden dan concurrenten van elkaar in plaats van samen te werken en elkaar te ondersteunen.
Geef ons een review, en help ons zo onze services nog te verbeteren.